Meer info over de opleiding
In deze opleiding ben je het grootste deel van de week op school. Daarnaast ga je in de praktijk aan de slag in je stage.
De opleiding bestaat uit een basisdeel, een profieldeel en een aantal keuzedelen.
In het basisdeel leer je hoe je in een veilig pedagogisch klimaat verschillende werkzaamheden kunt uitvoeren die de ontwikkeling van het kind stimuleren. Je inventariseert de behoeften en wensen van het kind. Je leert hoe je diverse activiteiten kunt voorbereiden. Bij de werkzaamheden horen ook verzorgende taken. Je leert hoe je kunt samenwerken en hoe je je werkzaamheden kunt evalueren. Je leert ook werken aan je eigen deskundigheid en het bewaken van kwaliteitszorg.
In het profieldeel ga je dieper in op de ontwikkeling van het kind, welke activiteiten hier aan bijdragen en hoe je deze organiseert. Ook leer je wat jouw rol in de opvoeding is, hoe je oudergesprekken moet voeren, hoe je een begeleidingsplan opstelt en hoe je zorgt voor de uitvoering van het dagprogramma. Daarnaast leer je meer over het bieden van huishoudelijke en persoonlijke verzorging.
Bij de keuzedelen kun je je kennis verbreden of verdiepen op een aantal interessante onderwerpen, bijvoorbeeld 'Expressief talent' of 'Werken met baby's'. Een keuzedeel vergroot de arbeidsmarktkansen of vergemakkelijkt de doorstroom naar een vervolgstudie. Naast beroepsgerichte lessen krijg je de vakken Nederlands, Engels, rekenen en loopbaan & burgerschap. Met je studieloopbaanbegeleider (slb-er) praat je over je voortgang en eventuele problemen.
Let op: taal in de kinderopvang is belangrijk!
In het kader van de wet IKK (Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang) moeten vanaf 1 januari 2025 alle pedagogisch medewerkers in de kinderopvang beschikken over het taalniveau 3F voor mondelinge taalvaardigheid (spreken, luisteren en gesprekken voeren). Of je de opleiding dus op niveau 3 of 4 volgt, je hebt een voldoende nodig voor mondelinge taalvaardigheden.
Pedagogisch medewerkers in de voorschoolse educatie moeten hier al eerder aan voldoen (2023). Bovendien moeten zij ook voor leesvaardigheid beschikken over niveau 3F.
Sluit