Meer over de opleiding
School én stage
Tijdens deze opleiding ben je een groot deel van de week op school. Daarnaast loop je stage om te leren in de praktijk. De opleiding bestaat uit een basisdeel met een oriëntatiefase, een profieldeel en twee keuzedelen.
Kennismaken met de sector
Dienstverlening is een brede sector. Daarom start de opleiding breed. In de eerste 20 weken maak je kennis met drie richtingen: facilitaire dienstverlening, zorg & welzijn en sport & recreatie. Zo ontdek je wat het beste bij jou past.
Je krijgt algemene lessen en leert basisvaardigheden die je later in de praktijk gebruikt. Denk aan schoonmaken, voorraad bijhouden, onderhoud en catering. Vaardigheden die in veel beroepen goed van pas komen.
Na deze oriëntatie kies je voor de richting recreatie. Daarna ga je je verder specialiseren in het werk als medewerker recreatie. Je leert dan meer over dat beroep, maar je blijft ook dingen doen die horen bij dienstverlening, zoals helpen, plannen en communiceren.
Je stage is een leerzame periode. Alles wat je op school leert, pas je toe op je werkplek.
Leren in de praktijk
De opleiding is praktijkgericht: je leert vooral door te oefenen. Er is veel aandacht voor sport, spel en entertainment. Je leert hoe je activiteiten organiseert en hoe je anderen daarin begeleidt.
Je krijgt ook les in creatieve vorming. Je bedenkt zelf activiteiten en leert hoe je die aan anderen uitlegt, bijvoorbeeld aan kinderen. Ook gastvrijheid (hospitality) is belangrijk. Je leert klantgericht en vriendelijk werken. Tijdens de opleiding ga je ook op excursies.
Begeleiding tijdens je opleiding
Je krijgt begeleiding van een studieloopbaanbegeleider (slb’er). Die helpt je bij je studie en denkt met je mee over je toekomst, zoals een vervolgopleiding.
Sluit