Hoe ziet vliegen er in de toekomst uit? Misschien wel met waterstof in plaats van kerosine.
Op Rotterdam The Hague Airport vond afgelopen week een grote oefening plaats in het kader van het Europese onderzoeksproject ALBATROS. Doel: testen hoe luchthavens omgaan met deze duurzame technologie.
Een vliegtuig met een ‘lek’
Een Aegean Airlines A320neo simuleerde een waterstoftoestel. Tijdens de vlucht werd een lek in het waterstofsysteem nagebootst. De luchthavenbrandweer en havendienst rukten uit volgens nieuwe veiligheidsprocedures. Drones ondersteunden de operatie met extra camerabeelden.
Aan boord
Na de eerste fase stapten veertig vrijwilligers aan boord als passagiers, waaronder derdejaars studenten van de opleiding Luchtvaartdienstverlener. Samen met hun docenten passage en cabine speelden zij de rol van reizigers. Evacuaties, blusacties en hulpdiensten kwamen voorbij om te testen of een waterstof-evacuatie goed verloopt.
Een dag vol samenwerking
De dag begon vroeg met een gastvrije ontvangst: koffie, thee en croissants. Na een briefing vertrok de groep met de bus naar de oefenlocatie. Voor de vrijwilligers betekende dat vooral wachten, terwijl nooddiensten hun procedures uitvoerden. Uiteindelijk mochten zij aan boord om hun rol te vervullen. Het was interessant om te zien hoe de samenwerking verloopt om veiligheid te garanderen. Als afsluiting kreeg iedereen een lunchpakket mee.
Waarom is dit belangrijk?
Waterstof gedraagt zich anders dan kerosine: je ruikt niets, ziet niets en een brand kan bijna onzichtbaar zijn. Daarom moeten luchthavens en crews goed voorbereid zijn. Dankzij deze oefening weten hulpdiensten en onderzoekers straks hoe ze veilig omgaan met waterstofvluchten.
Wat vonden de studenten?
“We oefenen noodsituaties vaak tijdens de opleiding, maar deze oefening liet goed zien hoe het in de praktijk gaat met zoveel verschillende partijen. Het was leerzaam om te ervaren hoe alles samenkomt op een echte luchthaven.”