Informatie over de vakken

Tijdens je opleiding volg je verschillende vakken:

  • Praktijkles haarverzorging
  • Vaktheorie haarverzorging
  • Huid- en haarspecialisatie
  • Haarmodelijn
  • Leidinggeven en trainen
  • Ondernemersvaardigheden
  • Nederlands
  • Engels
  • Rekenen
  • Burgerschap
  • Studieloopbaanles (LOB)
  • BIN

Persoonlijk programma
Bij aanvang van de opleiding maak je kennis met de verschillende praktijkonderdelen van het vak, zoals watergolven en kleuren. Daarna werk je met modules: in elke module leer je één praktijkonderdeel. Met deze modules stel je een persoonlijk programma samen. Zo kun je zelf invloed hebben op de volgorde van leren en examineren en uiteindelijk op de duur van je opleiding. Je studieloopbaanbegeleider is er om je hierbij goed te adviseren en te begeleiden: we gaan voor kwaliteit!

Meer informatie

Praktijkles haarverzorging

De kneepjes van het kappersvak leer je in het lesprogramma van de haarverzorgings-vakken. De praktijklessen worden gegeven in een praktijkruimte met een oefensalon, zodat je kunt oefenen in een omgeving die lijkt op je toekomstige werkomgeving. Je gebruikt vaak een oefenhoofd voor het oefenen, maar je oefent ook met mensen die je model willen zijn.

Kleuren
Bij de lessen kleuren leer je bijvoorbeeld het goed toepassen van verfbehandelingen, kleurspoelingen, folietechnieken, deelkleuring en föhnen. Dit vak bereidt je voor op het examen kleuren.

Opsteken en vlechten
Bij de lessen opsteken en vlechten leer je bijvoorbeeld het goed toepassen van verschillende vlechttechnieken, opsteken, goed werken met de carmenset, de krultang en de stijltang. Dit vak bereidt je voor op het examen opsteken en vlechten.

Knippen en snijden
Bij de lessen knippen en snijden leer je bijvoorbeeld het goed toepassen van verschillende kniptechnieken voor zowel dames als heren, zoals de één-lengte-lijn, toenemende - en afnemende lengte, en de horizontale opneemtechniek. Ook leer je snijtechnieken als effileren met het mes en slicen. Dit vak bereidt je voor op het examens knippen en snijden.

Föhnen
Bij föhnen leer je bijvoorbeeld het goed toepassen van verschillende föhntechnieken, vaak in combinatie met knippen en kleuren. Dit vak bereidt je voor op het examen föhnen.

Watergolven
Bij watergolven leer je goed uitborstelen, touperen en opkammen, en het goed toepassen van verschillende inlegtechnieken. Dit vak bereidt je voor op het examen watergolven.

Permanenten
Bij permanenten leer je daarbij ook goed gebruik te maken van chemische processen. Dit vak bereidt je voor op het examen permanenten.

Salontraining
Bij salontraining leer je hoe je goed klanten kunt ontvangen en afspraken kunt maken. Verder leer je hoe je een goede huidanalyse kunt doen, hoe je op een goede manier wast en masseert, en de klanten voorziet van goede adviezen. Dit vak bereidt je voor op je BPV en het werken in een salon.

Theorieles haarverzorging

Tijdens de lessen vaktheorie leer je bijvoorbeeld over de algemene structuur van haar, verschillende huid- en haartypen, was- en massagetechnieken, hygiëneregels, chemische processen bij permanenten en kleuren, kleurentheorie en het omgaan met klanten. Dit vak bereidt je voor op het theorie-examen haarverzorging.

 

Huid- en haarspecialisatie

In de dagelijkse praktijk van het kappersvak kom je regelmatig klanten tegen met een (hoofd)huid- of haaraandoening. Zowel voor de klant als voor stylisten in de salon is het heel fijn als een salonmanager verstand heeft van deze problemen, een goed advies voor behandeling en producten kan geven, of de klant zelfs kan verwijzen naar een arts als dat nodig is.
In deze lessen leer je over de anatomie en werking van de hoofdhuid en de haren. Je leert verschillende aandoeningen als psoriasis, eczeem en scheerbulten herkennen aan de hand van theoretische kennis en praktijksituaties. Ook leer je hoe je hier goed op kunt reageren met advies over speciale producten of doorverwijzing. 

Haarmodelijn

Een salonmanager let scherp op trends en ontwikkelingen in het kappersvak en kan deze vertalen naar een eigen haarmodelijn. Creativiteit en commerciële kansen komen hier samen: de salonmanager staat centraal bij het ontwerpen van nieuwe haarmodelijnen die goed passen bij het eigen bedrijf. In de lessen haarmodelijn leer je hoe je een haarmodelijn moet ontwerpen. Je leert gericht informatie verzamelen over trends en ontwikkelingen en hoe je hiermee een trendboek maakt. In dit trendboek werk je bijvoorbeeld uit hoe de nieuwe kapsels passen bij je eigen (toekomstige) salon, hoe ze gemaakt moeten worden, en de haarmodelijn ook uitgevoerd kan worden in de praktijk.

Bij dit vak werk je toe naar de examens ontwikkelen haarmodelijn en presentatie nieuwe haarmodelijn.

Leidinggeven en trainen

Het ontwikkelen en verzorgen van vaktechnische trainingen haarverzorging voor (leerling)kappers is een belangrijke taak van de salonmanager. In de lessen leidinggeven en trainen leer je hoe je een goed lesplan moet maken, hoe je rekening houdt met het niveau van deelnemers, hoe je duidelijk en afwisselend instructie geeft, hoe je feedback geeft, hoe je de voorwaarden voor een training (materialen, ruimte en deelnemers) in orde brengt, hoe je deelnemers motiveert en beoordeelt en hoe je een training evalueert.

Bij dit vak werk je toe naar het examen verzorgen van een vaktechnische training.

Ondernemersvaardigheden

Hoe maak je een goed ondernemingsplan? Hoe voer je een goede bedrijfsadministratie? Wat is een slimme manier van inkopen? Dit en nog veel meer leer je bij het vak ondernemersvaardigheden. Je leert bijvoorbeeld hoe je informatie over marketing en financiering van een bedrijf verzamelt en uitwerkt, hoe je de markt en de concurrentie analyseert, hoe je commerciële kansen voor een bedrijf kunt zien en creatieve ideeën voor promotie gestalte geeft. Daarnaast leer je ook veel over praktische dingen, bijvoorbeeld over het inschrijven bij de Kamer van Koophandel, en over verzekeringen en regels waarmee je te maken krijgt bij ondernemerschap.

Bij dit vak werk je toe naar de examens ondernemingsplan en pitch en panelgesprek.

Nederlands

We vinden het belangrijk dat je goed kunt omgaan met de Nederlandse taal in je beroep. In de lessen Nederlands werk je in periodes aan lezen en kijk-luisteren, schrijven, spreken, en gesprekken voeren. Over alle periodes heen werk je aan taalverzorging. Bij lezen/kijk-luisteren leer je leesteksten, luisterteksten en informatieve video’s te begrijpen. Bij schrijven leer je hoe je goede schrijfproducten maakt, zoals een e-mail, een werkstuk of een folder. Bij spreken leer je hoe je goed informatie kunt presenteren. Bij gesprekken leer je hoe je anderen goed bevraagt en beantwoordt. Bij taalverzorging leer je bijvoorbeeld hoe je werkwoorden goed spelt, wanneer je hoofdletters gebruikt, en hoe leestekens gebruikt worden.

Bij dit vak werk je toe naar de volgende examens op niveau 3F:

  • Centrale Examinering Mbo (CEM) Nederlands Lezen/Kijk-luisteren
  • Instellingsexamens Nederlands Schrijven, Spreken, en Gesprekken.

Engels

We vinden het belangrijk dat je goed kunt omgaan met de Engelse taal in je beroep omdat we veel vakmensen opleiden voor de Rotterdamse regio waar Engels een voertaal voor anderstaligen is. Een goede taalbeheersing is verder belangrijk voor vervolgopleidingen, bijvoorbeeld de hbo-opleidingen Human Resource Management en Small Business en Retail Management.
In de lessen Engels werk je in periodes aan lezen en kijk-luisteren, schrijven, spreken, en gesprekken voeren. Over alle periodes heen werk je aan taalverzorging. Dit gebeurt vooral in de context van het beroep. Bij lezen/kijk-luisteren leer je leesteksten, luisterteksten en informatieve video’s te begrijpen. Bij schrijven leer je hoe je goede schrijfproducten maakt, zoals e-mail. Bij spreken leer je hoe je goed informatie kunt presenteren. Bij gesprekken leer je hoe je anderen goed bevraagt en beantwoordt. Bij taalverzorging leer je bijvoorbeeld hoe je zinnen grammaticaal goed opbouwt en woorden goed spelt.

Bij dit vak werk je toe naar de volgende examens:

  • Centrale Examinering Mbo (CEM) Engels Lezen/Kijk-luisteren (minimaal niveau CEF B1)
  • Instellingsexamens Engels Schrijven, Spreken en Gesprekken (niveau CEF A2)

Rekenen

We vinden het belangrijk dat je goed kunt rekenen in je beroep, bijvoorbeeld om goed betalingen af te kunnen handelen. 

In de lessen leer je rekenen in vier domeinen: ‘getallen’, ‘verhoudingen’, ‘meten en meetkunde’ en ‘verbanden’. In de lessen ‘getallen’ leer je bijvoorbeeld symbolen gebruiken (bijvoorbeeld >, en - ) grote getallen opschrijven, en getallen in situaties gebruiken (bijvoorbeeld 4 km/u). In de lessen ‘verhoudingen’ leer je bijvoorbeeld symbolen gebruiken (een kwart van 260 = ¼ x 260) en rekenen met procenten en schalen. In de lessen ‘meten en meetkunde’ leer je bijvoorbeeld werken met figuren (lijnen en hoeken), en in de lessen ‘verbanden’ leer je bijvoorbeeld grafieken en tabellen begrijpen en maken.

Bij dit vak werk je toe naar het volgende examen op niveau 3F:

  • Examen rekenen.

Burgerschap

We vinden het belangrijk dat je je talenten goed ontwikkelt en dat je op een fijne verantwoordelijke manier in de maatschappij functioneert. In de lessen leer je over de vier domeinen (gebieden) van burgerschap: ‘politiek-juridisch’, ‘economie’, ‘sociaal-maatschappelijk’ en ‘vitaal burgerschap’. Bij het ‘politiek-juridische gebied’ leer je bijvoorbeeld over democratie, stemmen en rechtspraak. Bij het ‘economische gebied’ leer je bijvoorbeeld over de arbeidsmarkt, consumeren en duurzaamheid. Bij het ‘sociaal-maatschappelijke gebied’ leer je bijvoorbeeld over cultuur, discriminatie en media, en bij ‘vitaal burgerschap’ leer je bijvoorbeeld over een gezonde leefstijl. Bij Burgerschap leer je kritisch denken over de maatschappij en je eigen verantwoordelijkheden in de samenleving. Je leert nadenken over problemen en wordt je bewust van de kwaliteit van de informatie die beschikbaar is.

Bij Burgerschap hoort ook het beroepspuntensysteem: een systeem waarbij je punten verdient door verschillende activiteiten met haar en haarverzorging te doen buiten het gewone lesprogramma om, zoals het verzorgen van kapsels bij een modeshow of op een braderie. Je docent Burgerschap zal het beroepspuntensysteem verder toelichten.         

Bij Burgerschap gaat het om een inspanningsverplichting. Alleen als je aan die inspanningsverplichting voldoet, kun je diplomeren.

Studieloopbaanles (LOB)

Het is belangrijk dat je zelfstandig leert werken, zodat je later zelfstandig je beroep kunt uitoefenen. De studieloopbaanlessen helpen je jezelf goed te ontwikkelen en daarvan te leren profiteren. In groepslessen leer je hoe je goed in de studieomgeving je materialen en informatie vindt, bijvoorbeeld via de digitale omgeving van Office 365. Je leert hoe je doelen nastreeft en kunt behalen. Je leert ook hoe je je eigen kwaliteiten kunt zien en inzetten op de juiste momenten voor jezelf en voor anderen, bijvoorbeeld om net even een beter resultaat te bereiken, of om een positieve sfeer in de klas te maken. Soms worden er gastlessen gepland.

BIN (burgerschap, ICT en Nederlands)

In de opleiding Salonmanager worden de vakken burgerschap en Nederlands deels gecombineerd met lessen ICT in een nieuw vak: BIN. In de lessen werk je aan opdrachten, waarin burgerschap, taal en ICT samen aan bod komen.