Beoordeling van de studievoortgang
Ieder rapport bestaat uit algemene vakken en hoofdvakken. Ook word je bij de hoofdvakken en de algemene vakken beoordeeld op professioneel gedrag. Wanneer je in die periode op stage bent geweest krijg je een BPV beoordeling op je rapport i.p.v. de gebruikelijke cijfers voor je lessen.
Algemene vakken
De algemene vakken zijn voor iedereen gelijk in het eerste, tweede en derde leerjaar. Bij het vak Theateroriëntatie krijg je een beoordeling voor het onderdeel theaterlandschap/theatergeschiedenis (periode 1) filosofie (periode 2) en dramaturgie (periode 3). Deze beoordelingen worden meegenomen bij de beoordeling van Loopbaan en burgerschap (zie uitleg onder kopje Loopbaan en burgerschap).
Voor je overgangsrapport geldt als eis een jaargemiddelde van minimaal een 6.
Voor één van de algemene vakken mag je aan het einde van het schooljaar gemiddeld één onvoldoende staan met als ondergrens een 4. Bij een gemiddelde lager dan een 4 kun je op dit algemene vak blijven zitten.
De vakken Nederlands, rekenen en Engels worden in het tweede leerjaar al deels afgesloten door middel van instellingsexamens (IE)
Hoofdvakken
De hoofdvakken zijn de vakken die direct te maken hebben met het beroep dat je later wilt doen. Daarom stellen we de eis dat je voor deze vakken gemiddeld minimaal een 6 behaalt op je overgangsrapport. Dit geldt per vak. De hoofdvakken zijn decortechniek (leerjaar 1), geluid, licht, podiumtechniek, wis- en natuurkunde (leerjaar 2), beeldtechniek, stagemanaging, materiaal en gereedschap (leerjaar 1), digitale werkvormen, BPV (stage).
Beoordeling aanwezigheid en professioneel gedrag
Voor je aanwezigheid en professionele gedrag krijg je een aparte beoordeling. Aan het einde van het studiejaar moet de student over de 4 onderwijsperiodes gemiddeld een 6,0 staan voor deze onderdelen.