Lessen

Meer informatie

Nederlands, rekenen en loopbaan en burgerschap


Er gelden voor het MBO algemene eisen voor Nederlands, rekenen en loopbaan en burgerschap. Deze algemene eisen worden de generieke vaardigheden genoemd. Deze gelden voor alle mbo-opleidingen in Nederland. Nederlands en rekenen heb je ook nodig om je beroep goed te kunnen uitvoeren. Deze beroepseisen verschillen per opleiding. Dit worden de beroepsspecifieke vaardigheden genoemd. Zowel de generiek als beroepsspecifieke vaardigheden zijn in examens opgenomen. Zowel Nederlands als rekenen wordt geexamineerd op niveau 2F.

Examen Nederlands en rekenen op een hoger niveau
Je kunt ook een examens Nederlands of rekenen op een hoger niveau (3F) afleggen. Als je dat wilt, moet je een verzoek indienen bij de examencommissie van je opleiding.

Je kan een verzoek tot vrijstelling indienen voor een generiek examens Nederlands en rekenen bij de examencommissie. Je komt voor een vrijstelling in aanmerking als:

  • je op een vorige opleiding op hetzelfde of een hoger niveau (3F) het examen met een 6 hebt afgesloten.
  • er na het studiejaar waarin je het diploma hebt behaald of dat je bent uitgeschreven voor de opleiding zonder het verkrijgen van een diploma nog geen twee studiejaren zijn verstreken.

Loopbaan en Burgerschap
In het vak loopbaan en burgerschap ga je aan de slag met vier dimensies, namelijk:

  • de sociaal-maatschappelijke dimensie (semester 1 en 2)
  • de politiek-juridische dimensie (semester 3 en 4)
  • vitaal burgerschap (semester 3 en 4)
  • de economische dimensie (semester 3 en 4)

Het vak wordt afgesloten met een opdrachtenmap. Loopbaan en burgerschap maakt onderdeel uit van de diplomaeisen. Je moet de opdrachtenmap met een voldoende afsluiten om je diploma te kunnen behalen.

Kerntaken en werkprocessen

Wat zijn kerntaken?
Kerntaken zijn taken die je als medewerker Sport en Recreatie zelfstandig moet kunnen uitvoeren. Deze kerntaken komen in het beroep steeds weer terug. Om het diploma te halen moet je deze kerntaken een aantal keren in verschillende (praktijk-)situaties uitvoeren. Deze worden beoordeeld. Kerntaken van een beroep bestaan uit een aantal werkprocessen.

Wat zijn werkprocessen?
Werkprocessen zijn de handelingen om een kerntaak uit te voeren. Als de medewerker sport en recreatie de werkprocessen beheerst zal hij de kerntaak goed kunnen uitvoeren. Kortom, je moet de werkprocessen beheersen om het beroep van dienstverlener uit te kunnen voeren.

Met deze kerntaken en werkprocessen krijg je als medewerker sport en recreatie te maken:

Kerntaak 1:  Voert dienstverlenende werkzaamheden uit

B1-K1-W1:  Bereidt werkzaamheden voor en stemt af
B1-K1-W2:  Maakt ruimtes gebruiksklaar
B1-K1-W3:  Treedt op als aanspreekpunt
B1-K1-W4:  Voert eenvoudige administratieve werkzaamheden uit
B1-K1-W5:  Assisteert bij voorraadbeheer
B1-K1-W6:  Draagt bij aan een veilige situatie
B1-K1-W7:  Voert eenvoudige onderhouds- en herstelwerkzaamheden uit
B1-K1-W8:  Voert werkzaamheden uit gericht op voeding
B1-K1-W9:  Evalueert de werkzaamheden

Profieldeel 3, Kerntaak 1, Medewerker sport en recreatie (assisteert bij activiteiten en evenementen)
P3-K1-W1:  Assisteert bij de uitvoering van activiteiten
P3-K1-W2:  Begeleidt gasten/deelnemers
P3-K1-W3:  Houdt toezicht

Bij het werken aan de kerntaken en werkprocessen is jouw houding heel belangrijk. Er wordt gelet op hoe jij je werk uitvoert (dit heet beroepshouding). Hierover spreek je regelmatig met je mentor en je praktijkbegeleider. Beroepshouding is een belangrijk onderdeel van jouw examen. Met een onvoldoende beroepshouding kun je niet slagen.